ICT Magazine –Hoe games de thuiswerkplek gaan verrijken (December 2020)

Gepubliceerd @ https://www.ictmagazine.nl/achter-het-nieuws/hoe-games-de-thuiswerkplek-gaan-verrijken/

Meer dan 50 procent van de zakenreizen en 30 procent van de dagen op kantoor zijn voorgoed voorbij, zo voorspelt Bill Gates. Met hem bevestigen vele trendonderzoeken hetzelfde toekomstscenario. Je hoeft geen groot voorspeller te zijn om 2021 uit te roepen tot het jaar waarin snelle ontwikkelingen en daarmee gepaard gaande investeringen in de thuiswerkplekomgeving hoogtij vieren.

Voorspellen wat de meest succesvolle innovaties in dat domein worden, is een stuk lastiger. Het grote gemis van thuiswerken is het gebrek aan ‘aanwezigheid’ buiten de doelgerichte videoafspraken om. De spontane creativiteit en serendipiteit die ontstaat als willekeurige teamleden elkaar op kantoor tegen het lijf lopen, staan flink onder druk. De miljardenindustrie van games, groter dan de film- en muziekindustrie, bieden voor thuiswerken 3.0 een oplossing. Alsof de virtuele wereld van Second Life dat zeventien jaar geleden gelanceerd werd, een tweede leven krijgt. Maar dan anders.

Virtueel kantoor

Inmiddels zijn veel startups hard bezig nieuwe virtuele omgevingen te bouwen waarin mensen samenkomen om te werken en elkaar spontaan te ontmoeten. Branch is zo’n startup. Zij bieden een virtueel hoofdkantoor voor teams op afstand. Het virtuele softwarebedrijf heeft al $ 1,5 miljoen opgehaald om een mix van videobellen en gaming waar te maken. Allemaal met het doel ‘presence’ en serendipiteit mogelijk te maken. Een belangrijk onderscheid met Teams, Slack, Zoom en Discord is de toevoeging van een digitale ruimte. Alsof je in een grote kantoorruimte zit, elkaar tegenkomt, loopt en praat.
Branch biedt een virtuele 2D-omgeving voor de thuiswerkplek. Momentum 3D voegt daar een extra dimensie aan toe. Afgelopen november kwamen meer dan 1.600 burgers, bedrijven, overheidsinstanties en universiteiten in deze virtuele 3D omgeving bijeen om samen te werken aan vraagstukken rondom de energietransitie.

Deze zogeheten ‘online mass collaboration arena’ is een game-achtige setting waar je doorheen vliegt, verschillende ruimtes in en uit kunt gaan en elkaar spontaan kan ontmoeten en tegelijkertijd samenwerkt in teamverband. De uitdaging waar aan gewerkt wordt, staat geprojecteerd op grote tv-schermen om de platformen heen. De aangedragen oplossingen komen op die manier ook voorbij. Het bieden van een grote virtuele ruimte waarin mensen en dingen een echte plek hebben, is ook in deze oplossing het grote verschil met het bekende Teams, Slack, Zoom of bijvoorbeeld Google Meet up.

Bestuurders in een digitale ruimte

Vóór de coronatijd bood het kantoor nauwelijks ruimte voor wat rondschieten, chaos en autoraces. Nu is dat voor velen een welkome afwisseling te midden van de monotone tsunami aan Zoom en Teams calls. Dat beschrijft een aantal bestuurders in een groot artikel in de New York Times. Ze vertellen hoe zij vergaderen en klanten ontmoeten in games als Grand Theft Auto V en Red Dead Redemption 2 . Topman Lewis Smithingham van MediaMonks mag zich inmiddels ervaringsdeskundige noemen. Hij legt uit dat de ene game de andere niet is. Zo passen verschillende games bij verschillende type klanten. Hij is zelf fan van Animal Crossing: New Horizons. Een spel dat afgelopen maart op de markt kwam. Deelnemers komen terecht op cartooneske kleurrijke privé-eilanden waar ze hun huis inrichten, vissen vangen en op zoek gaan naar andere beesten. Het kost in deze game vaak veel tijd om bloemen, meubels en aas om te vissen bij elkaar te sprokkelen. Smithingham zag zijn kans schoon en kocht virtueel aas op eBay: “De eerste keer dat ik deze ene klant ontmoette, gaf ik haar 100 aas. Dat is een waanzinnig extravagant cadeau.”
Het artikel in de New York Times somt allerlei casussen op waarmee bestuurders hun ervaringen uit de virtuele wereld delen. Van zakelijke relaties die banken overvallen in Grand Theft Auto, brainstormsessies in Minecraft, tot teams die rondom een gezellig digitaal kampvuur vergaderen in Red Dead Redemption. Allemaal veel beter dan Zoom zo sprak een van de bestuurders. Toch zijn er ook technische problemen. Zo is de vergadertafel niet altijd voor iedereen te zien. Ook zit er een knop in die zowel bedoeld is om op een boomstam rond het vuur te gaan zitten als om jouw dichtstbijzijnde collega te wurgen.

Beloftevolle inspiratie

Deze ontwikkelingen doen denken aan de grote beloften rond Second Life dat in 2003 werd geboren. Een nieuwe virtuele wereld waarin mensen als avatar rondliepen. Het zou ons leven compleet gaan veranderen. De digitale Linden Dollars konden in echt geld omgewisseld worden en allerlei multinationals zoals Philips, Nike, Coca-Cola en ABN-AMRO openden een kantoor in deze virtuele wereld. Second Life werd destijds zelfs gebombardeerd tot nieuwe economie die een reuzenvlucht zou gaan nemen. Ondanks de 20 miljoen geregistreerde gebruikers in 2010 is Second Life nooit echt doorgebroken. Het zou dan ook naïef zijn om te zeggen dat we straks allemaal in games gaan vergaderen.
Hoewel, sinds het begin van Second Life zijn we bijna twee decennia verder. In deze periode zijn we in een rap tempo gedigitaliseerd. De infrastructuur is aanzienlijk beter en technologische hulpmiddelen zijn voor iedereen toegankelijk. Bovendien heeft het coronatijdperk de digitalisering flink in de versnelling gezet. Tegelijkertijd is er alom frustratie rondom de huidige thuiswerktools. Daarmee is de behoefte aan verbetering groot. Zo lijkt het erop dat de ingrediënten van het Second Life van weleer een tweede kans krijgen. De huidige gaming markt biedt in ieder geval genoeg inspiratie voor de thuiswerkplek van de toekomst.

Thijs Pepping is trendanalist bij het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT) van IT-dienstverlener Sogeti.

ICT Magazine – Digitaal geluk in de dagelijkse praktijk (November 2020)

Gepubliceerd @ https://www.ictmagazine.nl/achter-het-nieuws/digitaal-geluk-in-de-dagelijkse-praktijk/

Nu thuiswerken voorlopig of misschien wel structureel de norm is, wordt het digitale welzijn en geluk van medewerkers en klanten belangrijker dan ooit. Anders gezegd, digitaal geluk wordt tastbaar.

Ondanks de vele veranderingen die door de uitbraak van corona in een rap tempo hebben plaatsgevonden, bevindt het thuiswerken zich nog altijd in een lerende en experimentele fase. De behoefte is groot om een nieuwe stap te zetten, zodat minder tastbare waarden zoals het ontbreken van het gesprek bij de koffieautomaat, serendipiteit en vervaagde grenzen tussen werk en privé ook invulling krijgen. De IT-manager kan daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan het digitale geluk van klanten en medewerkers.

Het sociale dilemma

COVID-19 heeft onze relatie met technologie flink onder druk gezet. Dankzij menselijk vernuft, vindingrijkheid en de inzet van technologische hulpmiddelen moesten organisaties zich snel aanpassen aan de anderhalvemetersamenleving waarin thuiswerken het devies is. Technisch is het allemaal wel redelijk op orde, maar welke invloed heeft deze manier van werken eigenlijk op het digitale geluk van werkend Nederland? Drie jaar geleden deed VINT onderzoek naar dit onderwerp. Dat was voor velen toen nog vreemd, onwennig en weinig concreet. Inmiddels wordt digitaal geluk steeds belangrijker. Zo zijn schermtijd apps al aardig ingeburgerd en heeft Google bijvoorbeeld zijn Digital Wellbeing project. Ook is het Center for Humane Technology opgericht en hebben we kennisgemaakt met de Netflix-documentaire ‘The Social Dilemma’. Deze Hollywoodachtige drama-docu geeft inzicht in de impact die sociale media en smartphones hebben op ons leven. De documentaire maakt de kijker bewust van het belang van digitaal geluk en hoe ver we daar dikwijls van verwijderd zijn.

Positieve bijdrage

Digitaal geluk is de mate waarin een persoon digitale technologie ervaart als een positieve bijdrage aan zijn emoties, betrokkenheid, relaties, betekenis en successen. Dat kan gaan over contacten met familie, vrienden en collega’s via videobellen. Maar ook over de moeheid die ontstaat na dagenlang alleen maar videovergaderen. De IT-manager zal niet alleen oog moeten hebben voor een goed functionerende en veilige thuiswerkplek. De verantwoordelijke functionarissen voor de inzet van technologie moeten ook bedenken in hoeverre deze omgeving bijdraagt aan het digitale geluk van medewerkers en klanten.

Van functionaliteit naar digitaal geluk

Tijdens het jaarlijkse Ignite evenement afgelopen oktober deed Microsoft een voorzet. Het softwarebedrijf kondigde nieuwe functies aan in Teams en Outlook die bijdragen aan welzijn en productiviteit. Hebt u de together-modus al uitgeprobeerd? Opeens zit de thuiswerker niet meer alleen in een kamertje maar met het hele team op een tribune. Dat lijkt in eerste instantie op een gimmick, maar gecombineerd met andere nieuwe features die begin volgend jaar beschikbaar komen, moet dit volgens Microsoft gaan helpen bij meer verbinding, plezier en welzijn in het werk. Zo zal Teams gebruikers eraan herinneren pauze te nemen in een week vol digitale vergaderingen. De emotionele check-in is bedoeld om te delen hoe je je voelt. De virtuele vervanging van de woon-werkervaring moet een bewustere overgang van werk naar privé mogelijk maken. Misschien is de meest interessante aankondiging wel de integratie met Headspace, bekend van hun mindfullness en meditatie-app. Zo kun je straks begeleide meditaties volgen vanuit je Teams omgeving. Volgens Microsoft gaat de bundeling van hun nieuwe features helpen om het risico op burn-outs te verminderen.

Gereedschap voor managers

Ook managers krijgen van alle kanten nieuwe tools aangereikt. Met name in het domein van workplace analytics die veelal een kwantitatieve inzage geven in de manier van werken. Denk aan statistieken rondom de mate van samenwerking binnen en buiten kantooruren, concentratietijd en de effectiviteit van vergaderingen. Allemaal getoetst aan een benchmark van vergelijkbare teams. Het idee is dat managers zo indicatoren hebben die inzicht geven in welzijn en effectiviteit van medewerkers. Zo zijn de leidinggevenden in staat te reageren op onregelmatige ritmes, onwenselijk en ineffectief gedrag. Dat zou dan moeten bijdragen aan de ontwikkeling van een cultuur waarin welzijn de katalysator is.

Digitale waanzin

Mooie gedachten en initiatieven allemaal. Toch is de praktijk weerbarstig en complex. Diverse organisaties zijn al in opspraak gekomen omdat ze hun medewerkers op een onfatsoenlijke manier kwantificeerden en kwalificeerden. Onder het mom van vooruitgang worden privacy-grenzen gemakkelijk overschreden. Ook de kwaliteit van de data wordt snel overschat. Belangrijker nog, het toch al beperkte menselijke contact wordt nog verder afgekalfd door een focus op cijfers in plaats van op mensen. De grens tussen digitale waanzin en welzijn is immers flinterdun.

De mens centraal

In ons streven naar digitaal geluk blijft het belangrijk oog te houden voor de mens. De oude tweedeling tussen digitaal of analoog is verleden tijd. Het ene of het andere is niet per definitie goed of slecht. De beperkingen van digitalisering komen nu aan het licht. Daarom moeten we nieuwe wegen vinden voor die toevallige ontmoeting met je collega bij de koffieautomaat, wat jou een geweldig nieuw inzicht oplevert. En voor het ervaren van vertrouwen en autonomie om naar eigen inzicht te handelen en tegelijkertijd verbonden te blijven met collega’s. Want het is gemakkelijk om in chaos het bekende maar nog steeds waardevolle cliché te vergeten: organisaties die waarde willen leveren, moeten hun mensen centraal stellen. Ook tijdens de huidige digitaliseringstsunami. Dit vraagt lef om op zoek naar de juiste aanpak te blijven experimenteren. Wat leidt af en wat voegt waarde toe? Welke maatregelen bevorderen welzijn of waanzin? Moeilijk? Zonder meer. Maar toch ligt de bal bij de IT-manager. Als geen ander kan hij/zij een belangrijke bijdrage leveren aan digitaal geluk.

Thijs Pepping is trendanalist van het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT) van IT-dienstverlener Sogeti

 

ICT Magazine – Het 20 kB-moment: Greenwashing inruilen voor groen-regeneratief (September 2020)

Gepubliceerd @ https://www.ictmagazine.nl/achter-het-nieuws/het-20-kb-moment-greenwashing-inruilen-voor-groen-regeneratief/

In het voorjaar van 2018 kondigde Apple aan dat haar kantoren, datacenters en winkels op 100 procent hernieuwbare energie draaien. Een mooie prestatie. Maar inmiddels is dat niet meer genoeg voor de veeleisende consument en werknemer.

Afgelopen maand maakte het bedrijf bekend dat ze tegen 2030 een ‘zero carbon footprint’ willen hebben. Voor zowel de organisatie zelf, de levenscyclus van producten als de gehele productieketen. Hoewel de roep om Green IT al decennialang toe- en afneemt, lag de lat nog nooit zo hoog als nu. Tegelijkertijd werd het spel ook nooit eerder zo heftig gespeeld. Waar vergroening tot voor kort vooral een defensief karakter had, omdat wet- en regelgeving daarom vragen, is het nu de consument die bedrijven en instellingen op het matje roept, al dan niet boycot of zelfs cancelt via sociale media. De stok is pijnlijker, maar de wortel ook smakelijker. Dat betekent dus werk aan de winkel voor de IT-manager, want groen wordt beloond.

Van neutraal naar regeneratief

De klimaatcrisis lijkt verder naar onderaan de agenda te zakken nu we nog middenin de pandemie zitten. Toch wijzen wetenschappers erop dat de corona- en klimaatcrisis nauw met elkaar verbonden zijn. De versnelde groei van de technologiesector zorgt voor een enorme ecologische voetafdruk, energieslurpende datacenters en de rotzooi van moeilijk recyclebare producten. Naast de ambities om CO2 neutraal te worden, kondigde Apple ook een nieuwe recyclingrobot aan die zeldzame metalen gaat extraheren uit de iPhone. Amazon doet ook een duit in het zakje. Zo heeft deze techgigant een fonds van twee miljard dollar vrijgemaakt voor de ontwikkeling van technologie die uitstoot van broeikasgassen moet verminderen. Microsoft lijkt vooralsnog het beste kindje van de klas. Het softwarebedrijf wil in 2030 CO2 negatief zijn. In 2050 moet hun hele CO2-afdruk sinds hun bestaan, weggeveegd zijn. Zo is Microsoft de trendleider van regeneratief handelen.

Het goede voorbeeld

En dan te bedenken dat tienduizenden werknemers van Google, Amazon, Microsoft, Facebook en andere technologiebedrijven in september vorig jaar nog de straat op gingen met de eis dat hun werkgevers concrete klimaatmaatregelen gaan nemen. Er werden open brieven geschreven, mensen namen ontslag en het duurde niet lang voordat de ene na de andere verbeterbelofte werd gedaan. Dit jaar zijn de meeste beloften omgezet naar plannen die nu waargemaakt moeten worden. Als we big tech bedrijven moeten geloven, is de toekomst dus in ieder geval groen. Of dat nou is uit idealisme, werknemersbehoud, overheidsbeleid of de roep van de veeleisende consument.
Het zijn diezelfde big tech bedrijven die verantwoording moeten afleggen bij het Amerikaanse Congres rondom het onderzoek naar mogelijk machtsmisbruik. De laisser-faire houding richting technologiebedrijven wordt steeds vaker ingeruild voor een kritische blik op monopoliegedrag, privacy-schendingen en de rol van technologie in klimaatverandering.

Grote en kleine stappen

Ook de hedendaagse IT-manager kan zich geen greenwashing permitteren. Vergroening vraagt om concrete maatregelen. Groot of klein. Dat bewijst ook de Nederlandse programmeur Danny van Kooten. In een inspirerend artikel van Wired Magazine en zijn eigen blog vertelt Van Kooten dat hij enkele jaren eerder besloot zijn CO2-voetafdruk te verminderen door vlees te schrappen en niet meer te vliegen. Een mooi gebaar, maar vijf maanden geleden bracht hij met twee uurtjes werk een veel grotere verandering teweeg. De programmeur maakte een kleine aanpassing aan zijn populaire WordPress-plug-in voor de mailinglijstservice Mailchimp. Daardoor werd deze efficiënter. Bij ieder gebruik van de plug-in wordt er 20 kB minder aan gegevens verzonden dan voorheen. Hoe minder code des te minder energieverbruik. Dat lijkt een klein initiatief. Toch tikt het aardig aan wetende dat twee miljoen websites een beroep doen op zijn plug-ins. Naar schatting levert het bijsnijden van de code een vermindering van de maandelijkse CO2-uitstoot op van 59.000 kilogram. Dat zijn al snel 85 retourtjes van New York naar Amsterdam.
Geen slechte prestatie voor twee uurtjes hacken. “Het kost veel minder moeite dan geen vlees eten”, aldus Van Kooten. Inmiddels wordt zijn aha-moment qua ‘sustainable software design’ wereldwijd actief gedeeld onder webdesigners.

De IT manager als influencer

Goed voorbeeld doet volgen. Dat zou ook moeten gelden voor de IT-manager. Hij/zij mag dan wellicht niet de influencer zijn die we op YouTube, Instagram of TikTok zien. Hij/zij is wel de beleidsmaker die het verschil kan maken in duurzaam gebruik van technologie. Dus liever vandaag dan morgen aanschuiven bij de beslissers rondom vergroening. Welke maatregelen heeft u genomen voor een CO2 neutrale werkplek? Wat zijn de klimaatneutrale criteria die u meegeeft aan uw leveranciers om met hen zaken te doen? En welke acties zijn nodig om het energieverbruik te verlagen bij de ontwikkeling van nieuwe software? Wat wordt uw 20 kB-moment? Last but not least, hoe zet je technologie in als strategisch hulpmiddel om het bedrijf klimaatneutraal of zelfs klimaatregeneratief te maken? Veel leveranciers hebben al antwoorden klaar. Het is nu aan u om dat zelf te vertalen naar concrete maatregelen zodat ook uw (toekomstige) medewerkers en klanten met een goed gevoel zaken kunnen blijven doen.

Over de auteur
Thijs Pepping is trendanalist van het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT) van IT-dienstverlener Sogeti

Trouw – Laat jongeren experimenteren en leren met TikTok-filmpjes en eigen beeldtaal (September 2020)

Gepubliceerd @ https://www.trouw.nl/opinie/laat-jongeren-experimenteren-en-leren-met-tiktok-filmpjes-en-eigen-beeldtaal~be024308/

Door het scherm heen gezogen worden de geschiedenis in, daar ligt de toekomst van het onderwijs, is de overtuiging van trendanalisten Sander Duivestein en Thijs Pepping, verbonden aan het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT).

Kortefilmpjesapp TikTok is in de ban van Point-of-View (POV) video’s . Tieners met betraande ogen, blauwe plekken, brandwonden en een streepjesoverhemd met davidster willen door in de huid te kruipen van slachtoffers het bewustzijn rond de Holocaust vergroten. Het museum Auschwitz-Birkenau noemt deze goedbedoelde filmpjes kwetsend en ethisch niet verantwoord. Maar ze confronteren ons ook met een nieuwe realiteit: de jonge generatie toont met deze filmpjes hoe onderwijs er in de toekomst uitziet, empathie-educatie.

 

Meer dan 1,3 miljard mensen zijn al actief op het Chinese TikTok. Vooral bij jongeren is de sociale media-app, waarmee korte filmpjes eenvoudig gedeeld worden, populair. Nederland kent zo’n 3,5 miljoen gebruikers. Ook wereldsterren maken er veelvuldig gebruik van. De 17-jarige actrice Sara Dol is één van de populairste TikTokkers in ons land met 1,6 miljoen volgers.

De app biedt allerlei varianten zoals de populaire POV-video’s. Filmpjes met de hashtag #POV zijn al meer dan 123 miljard keer bekeken. Het is een nieuwe manier van verhalen vertellen. Gebruikers filmen vanuit een onverwacht perspectief, waarbij bijvoorbeeld de kijker als het ware de hoofdrolspeler in het verhaal wordt. Emoties zoals verdriet, vernedering, woede, wanhoop, schaamte maar ook humor spelen een grote rol waardoor een filmpje vaak confronterend is en de impact extra groot. POV’s worden gebruikt om aandacht te vragen voor verschrikkelijke gebeurtenissen zoals huiselijk geweld, de aanslagen op de Twin Towers en de Holocaust.

Emotie-triggerende ‘memes’ of historisch besef

De TikTokkers zeggen dat ze kijkers zo meer bewust willen maken van de gevolgen van dramatische gebeurtenissen. Daar zijn wel kanttekeningen bij te maken. Zo meldt de 21-jarige joodse Taylor Hillman die haar eigen Holocaust POV publiceerde, dat veel TikTokkers voorbijgaan aan de inhoud, en vooral uit zijn op het viraal gaan van hun filmpje. Veel andere critici menen dat de geschiedenis wordt gebanaliseerd, omdat er geen sprake is van feitelijke onderbouwing. De kritiek is terecht. De POV-variant doet afbreuk aan de complexe context en reduceert traumatische gebeurtenissen in onze geschiedenis tot korte emotie-triggerende ‘memes’.

Toch moeten we de makers niet direct veroordelen. Oudere generaties van na de oorlog hebben hun inzicht ook niet alleen verworven via wetenschappelijke oorlogsliteratuur. Theateropvoeringen van Anne Frank of Steven Spielbergs film ‘Schindler’s List’ hebben ook meegeholpen aan historisch besef.

Zeker, de kwaliteit van de omstreden filmpjes is een punt van zorg. Vaak zijn ze eerder te beschouwen als traumaporno en bovendien antisemitisch dan als boeiende verfilmingen van het enorme leed dat miljoenen mensen is overkomen. Maar het professioneel geproduceerde videodagboek dat de Anne Frank Stichting eerder publiceerde op YouTube, laat zien dat in de uitvoering veel te winnen is.

Onderdompelen in beeldende verhalen

Oudere generaties zullen moeten accepteren dat de jeugd op deze manier verhalende beeldtaal met elkaar deelt. Beeldende verhalen waarin je jezelf volledig kunt onderdompelen. Ze geven de jongere het gevoel dat die er zelf bij was op het moment van de gebeurtenissen.

Naast aanvullend onderwijs over de Holocaust, is het daarom zaak om hen te laten experimenteren met deze nieuwe manier van vertellen via digitale platformen. ‘Travelling While Black’ bewijst dat het kan. In een Virtual Reality app ervaren kijkers zelf hoe het is om met een donkere huidskleur door het leven te geven. Het komt bij jongeren tien keer beter binnen dan het geschreven woord of de les van een docent.

Science Guy Bill Nye is al overstag. Via hashtag #LearnOnTikTok weet hij miljoenen mensen te interesseren voor de wetenschap dankzij veelvuldig gebruik van de beeldtaal. Niet met de neus in de boeken, maar door het scherm heen gezogen worden. Daar ligt de toekomst van onderwijs.

ict magazine – coronacrisis geeft ons lessen in onzekerheid (juni 2020)

Gepubliceerd @ https://www.ictmagazine.nl/columns/coronacrisis-geeft-ons-lessen-in-onzekerheid/

Als er één woord is dat de vele analyses van de huidige coronacrisis moet samenvatten, dan is het wel onzekerheid. Ook de beste toekomstvoorspeller met de meest slimme modellen en algoritmes komt tot dezelfde conclusie. Onzekerheid, onzekerheid, onzekerheid. Organisaties moeten daarop voorbereid zijn. Omgaan met verandering was al tot kunst verheven met de inzet van agile principes maar het mag, kan en moet veel stappen verder.

alles door elkaar geschud

Afgelopen maanden hebben bedrijven noodgedwongen hun veelal bureaucratische planningsprocessen over boord moeten gooien. In plaats daarvan zijn nieuwe ideëen sneller dan ooit bedacht en uitgevoerd. Daarbij zijn beslissingen vaak op lagere niveaus in de organisatie bekrachtigd. Het is nu zaak om niet alleen de succesvolle veranderingen te borgen, maar vooral ook de cultuur van snel veranderen te omarmen.

Want de impact van de coronacrisis is groot. Zo rapporteert het internationaal Energieagentschap de grootste krimp in de globale energievraag van de afgelopen 70 jaar. De OESO voorspelt de diepste recessie in meer dan een eeuw. En er is sprake van grote veranderingen in consumentengedrag. Ondertussen melden computerwetenschappers dat bijna de helft van de Twitter-accounts die de zogenoemde ‘heropening van Amerika’ bespreken waarschijnlijk bots zijn. Rapporten doen verslag van de Corona-impact door een genderlens of de gevolgen voor bevoorrading en productieketens in de semiconductorindustrie. Kortom, de diversiteit aan rapporten bevestigt dat deze crisis alles lijkt te raken waar iedere autoriteit, wetenschapper, individu of organisatie een mening over heeft.

onzekerheid

Onzekerheid staat haaks op het verlangen naar controle en overzicht. Dat is er niet en zal waarschijnlijk ook steeds vaker ontbreken in de wereld die steeds complexer wordt. Wie had de Black Lives Matters beweging zien aankomen in zijn Coronastrategie? Zelfs voor economen was de daling van de werkeloosheid met 1,4% in de VS afgelopen maand een totale verrassing. Niemand weet wat de impact van de coronanotificatie-app wordt en hoe een mogelijke tweede golf eruit gaat zien. Wat als er straks groene en rode zones van landen zijn die succesvol of falend uit de crisis komen?

Organisaties ontwikkelen steeds vaker verschillende toekomstscenario’s om onzekerheden toch enigszins het hoofd te bieden. Zo heeft de Rabobank scenario’s uitgewerkt die enerzijds inzetten op duurzame robuuste groei of anderzijds op meer efficiëntie. Het Kopenhagen Instituut voor Toekomststudies beschrijft scenario’s waarin het vaccin tegen Corona beschikbaar komt. Dit alles om voorbereid te zijn op nieuwe omstandigheden en houvast te geven bij beslissingen die vandaag genomen moeten worden.

blijvende veranderingen

Naast omgaan met onzekerheid, is de grote vraag welke veranderingen blijvers zijn na de crisis. Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog gingen meer vrouwen aan het werk. 9/11 zorgde voor blijvende strenge luchtvaartregels en de SARS-uitbraak leverde een flinke boost op in de Chinese internethandel. Massaal thuiswerken is een grote verandering in de huidige coronacrisis. Onderzoeken wijzen erop, dat thuiswerken een soort van nieuwe standaard wordt. De tijd moet uitwijzen of dat gaat gebeuren.

Bedrijfsculturen worden inmiddels ook online ontwikkeld. Dit lijkt een volgend effect te zijn van het thuiswerken. Zo worden kantoorpanden met fier prijkende bedrijfslogo’s ingeruild voor de logo’s van samenwerkingstools als Microsoft Teams en Google hang-out. Rituelen, gedragingen, normen en waarden die in de tijd van voor corona werden weergegeven in de aankleding van het kantoor tot formele en informele omgangsvormen vinden nu plaats in beeldbeloverleg. Hoeveel praat iedereen, wie is onzichtbaar in een videofeed?

Dit zijn subtiele, maar toch hele belangrijke verschuivingen. Uiteindelijk is de totale bedrijfscultuur bepalend voor het veranderend vermogen van een organisatie. Nu bedrijfscultuur zich steeds meer digitaal ontwikkelt, vereist dat een andere werkwijze. Plus nieuwe sensitiviteit om te doorgronden wat er leeft onder collega’s en hoe daarmee om te gaan.

oogsten, borgen en stimuleren van verandering.

Het omarmen van verandering en onzekerheid is niet een taak die bij één persoon ligt. Het is de taak van elk team, elke manager en medewerker.

Voortdurende onzekerheid maakt bovenal duidelijk dat het controle- en besturingsapparaat hiermee ook moet leren omgaan. Wat betekent dat bijvoorbeeld voor jaarplanningen en kwartaalcijfers? Zo zullen niet alleen ontwikkel- en operationele processen agile worden. Ook in de top van de organisatie moet een manier gevonden worden om onzekerheid te omarmen. Dat zal niet voor iedereen makkelijk zijn, maar behoort wel tot het nieuwe mogelijke.

Door: Thijs Pepping, trendanalist van het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT) van Sogeti

Het Financieele Dagblad – Ook uitgeput na het videobellen? Dat is helemaal niet zo gek (Mei 2020)

Gepubliceerd @ https://fd.nl/opinie/1344386/ook-uitgeput-na-het-videobellen-dat-is-helemaal-niet-zo-gek-kel1cazj0ZKU

Sander Duivestein, Menno van Doorn en Thijs Pepping zijn trendanalisten bij Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie van Sogeti

‘We wachten nog heel even tot iedereen is ingebeld. Kunnen jullie mij zo goed zien? Ben ik goed te verstaan? Ik hoor een echo.’ Steeds dezelfde opmerkingen, dezelfde chaos, het is de nieuwe bullshit-bingo voor vergaderend Nederland. Waar videobellen eerst een spannende nieuwe ervaring was, is het nu voor velen een doodvermoeiend ritueel geworden. Zelfs als een videobelvergadering vlekkeloos verloopt, dan nog blijkt naderhand dat mensen uitgeput zijn. Het zuigt energie.

Tijdens een videogesprek moeten we ons meer concentreren op de ander dan we normaliter zouden doen. Het is hard werken om non-verbale signalen zoals gezichtsuitdrukkingen, de toonhoogte van de stem en lichaamstaal digitaal waar te nemen. Ook moeten we bestaande en nieuwe sociale signalen op een andere manier interpreteren. Mensen die eerst pakken droegen, dragen nu polo’s. Handgebaren zijn minder goed te zien, maar het gezicht van de anderen kun je continu in de gaten houden. En wat betekent het dat de wasmand bij je collega op de achtergrond zo vol zit?

Vecht- of vluchtstand
Onze enige ruimte voor interactie is een computervenster, waarbij de persoonlijke ruimte nihil is, hetgeen ons kwetsbaarder maakt voor negatieve gevoelens. Daarbij komt dat elk videogesprek met een collega, een vriend of een familielid een herinnering aan een wereld is die niet langer meer bestaat. Deze confrontatie brengt iedere keer allerlei emoties met zich mee. Niet verwonderlijk dat al deze online video-ontmoetingen leiden tot vermoeidheid, hoofdpijn, prikkelende ogen, wazig zicht en andere neurologische aandoeningen.

Volgens communicatieprofessor Jeremy Bailenson van Stanford University raken we uitgeput omdat we de hele tijd naar elkaar zitten te staren. We lezen voortdurend elkaars emoties en staan daardoor automatisch in een vecht- of vluchtstand. Op basis van zijn onderzoek adviseert hij anders om te gaan met de camera. Ook die persoonlijke kijkjes in de keuken van jouw collega’s, hoe leuk ook, kosten energie.

Het is beter om de camera op een beeld te fixeren, een andere cameraopstelling te kiezen of de camera helemaal uit te zetten. Een alternatieve oplossing is om met virtuele avatars te werken: je ziet de persoon wel, maar er zijn veel minder emoties waar te nemen en te verwerken. Deze demping van emotionele triggers maakt digitaal vergaderen minder vermoeiend.

‘Het World Economic Forum verwacht eind 2020 een tweede epidemie van psychologische stoornissen’
In het begin van de crisis wilden we geen online vergadering, koffiemomentje, vrijdagmiddagborrel, verjaardagspartijtje of pubquiz missen. En laten we eerlijk zijn, we hoefden ook niets te missen, want we zaten toch thuis.

Momenteel zijn naar schatting zo’n 2,6 miljard mensen — een derde van de wereldbevolking — door het coronavirus aan huis gekluisterd. Dat maakt de opgelegde lockdown ‘s werelds grootste psychologische experiment ooit. Het World Economic Forum verwacht eind 2020 een tweede epidemie van psychologische stoornissen variërend van een slecht humeur, slapeloosheid, stress, angst, woede, prikkelbaarheid, emotionele uitputting, depressie tot aan posttraumatische stresssymptomen.

Deze verwachte effecten op de psychologische gesteldheid van mensen die langdurig in quarantaine verblijven, worden nu ook teruggevonden in de eerste rapportages die uit China afkomstig zijn. Paradoxaal genoeg, bestaat dus het risico dat social distancing op de langere termijn juist voor meer gezondheidsproblemen zorgt.

Zoom burn-out
Witte Hoogendijk, hoofd van de afdeling psychiatrie van Erasmus MC, gaf een paar weken geleden al het advies om sociale media even uit te zetten. Dat was pre-corona al een belangrijk wapen tegen een burn-out. Hij ziet ook voordelen in de ‘coronastand’ waarin we momenteel verkeren. We hoeven minder, omdat we veel minder kunnen. Maar met al die videocalls bereiken we precies het tegenovergestelde: ons stressresponssysteem wordt non-stop op scherp gezet, we staan continu aan en daar worden we op den duur horendol van.

De wereldwijde pandemie heeft de digitale transformatie in een nog hogere versnelling gezet. Zo is er in een paar weken een compleet nieuwe manier van leven afgedwongen. Het is dus niet verwonderlijk dat mensen klagen over een ‘Zoom burn-out’. We moeten deze klachten serieus nemen, kijken naar het ‘waarom’ achter het energieverlies, duidelijke grenzen stellen, niet de hele dag volplannen met calls en de camera tijdens een videobelvergadering uitzetten. Op deze manier zijn we beter in staat om over de eigen geestelijke gezondheid te waken. Het doktersadvies luidt dan ook om af en toe gewoon weer eens ouderwets de telefoon te pakken.

Sander Duivestein, Menno van Doorn en Thijs Pepping zijn trendanalisten bij Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie van Sogeti.

NRC – Is dat echt je collega of is het een video? (April 2020)

 
Videovergaderen kun je manipuleren. Ook in video-apps zijn echtheidsvinkjes nodig, vinden Thijs Pepping en Sander Duivestein.
 

Thuis videovergaderen is nu het voornaamste alternatief voor overleg op kantoor. Logisch dat de vele videobel-apps kritisch tegen het licht van privacy- en veiligheidsbescherming worden gehouden. Na veel tumult over de onveiligheid van Zoom wordt met man en macht gewerkt aan betere beveiliging en meer functionaliteit van vergaderapps. Naast alle waarschuwingen voor gegevensverzameling door techbedrijven en versleuteling van de gespreksinhoud komt er een nieuw gevaar bij: eerder opgenomen video’s die aanwezigheid simuleren of onechte mensen die inbreken op de digitale vergadering.

We zien virtuele beeldmanipulatie bij scholieren die zichzelf opnemen en deze video afspelen tijdens een virtuele klasbijeenkomst. Zo lijkt het alsof ze braaf voor de camera zitten, terwijl dat niet zo is. En uit frustratie voor de grote hoeveelheden videovergaderingen die hij in korte tijd moest bijwonen, ontwikkelde technoloog Matt Reed een digitale tweeling van zichzelf. Deze Zoom-bot reageerde op leden in de vergadering via voorgeprogrammeerde stemcommando’s.

Het zijn willekeurige voorbeelden die onderstrepen hoe relatief eenvoudig geluid en beeld tijdens videovergaderen te manipuleren zijn. Nu collega’s of medescholieren massaal een inkijkje krijgen in de huis- of werkkamer van elkaar, verschijnen ook de eerste virtuele achtergronden: een collega die opeens in een luxe kantoor zit of te midden van Sesamstraatpoppen vergadert. Met software kun je ook jezelf voordoen als virtuele aardappel, je ogen een andere kleur geven of sterretjes en hartjes over het beeldscherm laten regenen. Beeldmanipulatie wordt de normaalste zaak van de wereld.

Een imitatie-Elon Musk

Vorige week verscheen een filmpje van een Zoom-vergadering van twee IT’ers waarin plotseling Tesla-topman Elon Musk inbelde. Dat zorgde voor verwarring onder de deelnemers. Achteraf bleek dit een opgenomen filmpje te zijn om de kunsten van de nieuwe deepfake-software Avatarify te demonstreren. Een programmeur had zich voorgedaan als Elon Musk via een geavanceerd gezichtsfilter. Zo toont kunstmatige intelligentie hoe mensen zich realtime als iemand anders voor kunnen doen.

De opensource-software Avatarify maakt het relatief eenvoudig om ‘realtime deepfakes’ te maken. Het is een kwestie van downloaden en installeren met een aantal bijbehorende scripts. Zo kan de handige hobbytechneut met een krachtige computer zich als compleet iemand anders voordoen in een videovergadering. Deze software is aantrekkelijk voor cybercriminelen die zich relatief eenvoudig kunnen voordoen als bijvoorbeeld Mark Rutte of een willekeurige andere leider. Daarmee kunnen ze inbreken op onveilige Zoom-vergaderingen of oplichtingspraktijken een nieuwe dimensie geven.

Als werkend Nederland zo afhankelijk blijft van videovergaderen is dit voor veiligheidsexperts een alarmerende ontwikkeling . Het zal niet de eerste keer zijn dat het goed fout is gegaan. Vorig jaar wisten cybercriminelen de Britse topman van een Duitse multinational om de tuin te leiden door zich voor te doen als de ceo van het moederbedrijf. Dankzij deepfake-technologie gaf de nepbestuurder zijn Britse collega opdracht om zo’n 220.000 euro op de rekening van een Hongaarse toeleverancier over te maken. Dat bleek later de bankrekening van de cybercriminelen te zijn. Deze fraudezaak was aanleiding voor marktanalist Forrester Research om de markt te waarschuwen voor dergelijke criminele praktijken die naar verwachting tot honderden miljoenen financiële schade gaan leiden. Dat was allemaal nog voor de massale doorbraak van videobellen.

Vinkjes bij je account

Blindelings vertrouwen op dat wat onze ogen en oren waarnemen behoort tot het verleden. Slimme technologie zorgt voor een synthetische realiteit waarin echt en nep vervlochten zijn. Dankzij virtuele achtergronden, Snapchat-filters en realtime gegenereerde deepfakes is beeldmanipulatie nu bereikbaar voor iedereen. Zoom heeft aangegeven dat het de virtuele camera waarmee je jezelf anders kan voordoen, blijft ondersteunen, net zoals dat op andere videovergaderplatformen kan.

Sociale media kennen al veel langer het zogeheten ‘trusted account’: een groen of blauw vinkje achter een naam als garantie dat je met de juiste persoon te maken hebt. Ook datingplatforms werken steeds vaker met fotoverificatie om de echtheid van personen te garanderen. Zo’n waarborg moet er ook snel komen voor videobel-apps. Voor zowel het account als ter controle of het beeld gemanipuleerd wordt. Dan pas kun je erop vertrouwen, dat je met je echte collega’s vergadert.

AG Connect – Privacy onder druk omwille van gezondheid (Maart 2020)

Gepubliceerd @ https://www.agconnect.nl/artikel/privacy-onder-druk-omwille-van-gezondheid

NOOD BREEKT WETTEN. TEN TIJDE VAN CORONA WORDEN INGRIJPENDE MAATREGELEN GENOMEN IN DE STRIJD TEGEN HET VIRUS.

Burgemeesters krijgen extra bevoegdheden om nieuwe maatregelen zoals groepsvorming flink te beboeten. In de surveillancesamenleving van China zijn dergelijke maatregelen relatief makkelijk te handhaven. Dankzij miljoenen gezichtsherkenningscamera’s wordt elke beweging van de Chinees gevolgd.

De bevolking is bovendien verplicht lichaamstemperatuur en medische toestand te rapporteren. Daarmee zijn deChinese autoriteiten in staat snel vermoedelijkecoronavirusdragers te identificeren. De smartphone van de burgerwerd de toegangspoort tot stad en openbaar vervoer. Apps waarschuwen burgersvoor de nabijheid van geïnfecteerde patienten. Ook in de VS is de overheid inmiddels in overleg met techgigantenGoogle, Facebook en anderen voor de inzet van digitale locatiegegevens ter bezwering van de pandemie.

Dichter bij huis over de Belgische grens vliegt een drone boven Brussel die mensen via een luidspreker vraagt afstand te bewaren. Allemaal vergaande inzet van technologie als belangrijk hulpmiddel in de strijd tegen het coronavirus. De vraag is hoe ver dat mag gaan in een democratisch land waar privacy en individuele vrijheid gekoesterd moeten worden. Als gezondheid het grootste goed is, moeten deze grenzen dan doorbroken worden?

DE ANDERE KANT

De doorgaans felbekritiseerde surveillancesamenleving toont nu de andere kant. Het lijkt erop dat het China gelukt is het virus in te dammen mede dankzij hun totale lockdown en inzet van geavanceerde technologie. De burger kreeg via de app op de smartphone een groene code voor vrij reizen. Een Chinees die bij de vele controleposten met een oranje of rode code werd gesignaleerd, kon direct in de kraag worden gegrepen. Er hangen zware straffen boven het hoofd voor Chinezen die niet willen meewerken aan temperatuurmetingen, liegen over hun reisgeschiedenis of quarantaines doorbreken.

Tencent, eigenaar van berichtenapp WeChat en webwinkelgigant Alibaba delen informatie met de Chinese overheid en samen ontwikkelen ze nieuwe apps. Ook in de VS wordt inmiddels met man en macht gewerkt aan intensieve samenwerking tussen het bedrijfsleven en de overheid om burgers voortdurend te volgen. En Premier Benjamin Netanyahu van Israël heeft onlangs de Israel Security Agency gemachtigd surveillancetechnologie in te zetten om coronaviruspatiënten op te sporen. Deze technologie wordt normaliter ingezet in de strijd tegen terrorisme. Toen de desbetreffende parlementaire subcommissie weigerde deze maatregel goed te keuren, kon Netanyahu de opsporingstechnologie via een noodbesluit alsnog gaan gebruiken.

ALLES EN IEDEREEN IN DE GATEN HOUDEN

De tweede globale crisis van deze eeuw wordt daarmee ook gezien als een informatieprobleem. In een ideale wereld weet iedereen altijd of er sprake is van infectie. Net zoals de smartphone altijd op de hoogte is van de locatie van de gebruiker. “Uiteindelijk krijgen we een aantal digitale certificaten om te laten zien wie recentelijk hersteld of getest is of wanneer we een vaccin hebben ontvangen”, zegt voormalig Microsofttopman Bill Gates, die zich al jarenlang inzet voor de strijd tegen pandemieën.

Zowel regeringen als bedrijven zetten steeds geavanceerdere technologie in om mensen op te sporen, te volgen en te manipuleren. Geschiedkundige Yuval Noah Harari waarschuwt dat het coronavirus hiervoor een belangrijk keerpunt in de geschiedenis kan worden. Het risico is groot dat de inzet van opsporingstechnologie het nieuwe normaal wordt in landen die dat tot nu toe verworpen hebben. Ook na de pandemie.

INZET VAN TECHNOLOGIE IN EEN DEMOCRATIE

Het wordt een belangrijke uitdaging om technologieën in te zetten die binnen de democratische waardenkaders van Nederland en Europa passen. Britse wetenschappers hopen binnenkort van start te gaan met een smartphoneapp die mensen waarschuwt als ze in contact zijn gekomen met anderen die met het coronavirus besmet zijn. Deze test is bedoeld om te beoordelen hoe Chinese praktijken ook in onze democratie kunnen worden toegepast. Het grote verschil zit in de vrijwillige deelname. Tegelijkertijd valt en staat het succes van deze app met het aantal burgers dat instemt met het delen van locatiegegevens voor de duur van de pandemie. Deze zogeheten wegwerpapp is een belangrijk experiment.

Uiteindelijk draait het nu allemaal om vertrouwen. Het vertrouwen van de overheid in burgers die hun eigen verantwoordelijkheid nemen. En burgers die de overheid erop moeten en kunnen vertrouwen dat persoonlijke gegevens uiteindelijk worden verwijderd en bewegingen van geïnfecteerde personen niet openbaar worden gemaakt, zoals in Zuid-Korea is gebeurd. Zo kunnen privacy en gezondheid hand in hand gaan.

SURVEILLANCE SAMENLEVING

De Nederlandse overheid doet een groot beroep op de verantwoordelijkheid van burgers. Relatieve vrijheid gaat gepaard met verantwoordelijkheid. Als maatregelen zoals 1,5 meter afstand houden en het vermijden van groepsvorming niet in acht worden genomen, lijkt het onvermijdelijk nog strengere maatregelen te nemen. Beslissingen die burgers, bedrijven en overheden de komende tijd nemen, bepalen hoe de wereld er na de crisis uit komt te zien. Dergelijke beslissingen geven niet alleen vorm aan het gezondheidszorgsysteem. Ze zijn ook bepalend voor de toekomst van de economie, politiek en cultuur. Privacy komt ongetwijfeld onder druk te staan. Een surveillancesamenleving is echter geen optie. Laten we ook hierbij ons gezond verstand blijven gebruiken.

Algemeen Dagblad – Laat juist nu de ouderen profiteren van het web (Maart 2020)

Gepubliceerd @ https://www.ad.nl/opinie/laat-juist-nu-de-ouderen-profiteren-van-het-web~ac1163c3/

OPINIE | Ouderen moeten betrokken worden bij sociale media nu het openbare leven bijna stilstaat, stellen Sander Duivestein, Menno van Doorn en Thijs Pepping. Van borrelen tot dansen, internet is nu een uitkomst.

Nu het openbare leven zo goed als stilligt en fysiek contact met vrienden en familie nauwelijks nog mogelijk is, zoekt iedereen elkaar via internet. Het zogeheten social distancing wordt vanaf nu vooral distant socialising.

Een digitale borrelavond, samen netflixen of een kerkdienst via het scherm. Waar wetenschappers sociale media vóór de crisis volop bekritiseerden, is dit nu de enige weg om het gezellig te houden. De kwetsbare groep ouderen die geen internettoegang heeft, moet daarbij geholpen worden. Britt Dekker gaf het voorbeeld met haar oproep in De Wereld Draait Door om tablets beschikbaar te stellen zodat ouderen een inkijkje krijgen in het dagelijks leven van hun kinderen of kleinkinderen. En Dionne Stax liet op Instagram zien hoe leuk de digitale borrel met haar vriendinnen is.

Voor het oog van de webcam genieten van elkaars gezelschap en een glaasje wijn. In Japan is dit al omgedoopt tot een zogeheten On-Nomi, online drinken. En cloudclubbing is een virtueel feest waarin dj’s live-sets uitvoeren op apps zoals TikTok. Het publiek danst in de huiskamer mee en volgt reacties via de smartphone. Het leuke is dat het allemaal zo lekker knullig is. Het lijkt niet op de aanpak van de professionele, strakke en zakelijke digitale online-seminars. Iedereen krijgt een kijkje in elkaars huis, heft het glas en klungelt wat met de techniek.

Sherry Turkle, hoogleraar sociologie aan het Massachussets Institute of Technology (MIT) in Boston, waarschuwde dat sociale media de mens juist asociaal maken, waarmee ook de kunst van een echt gesprek voeren verloren gaat. De alom aanwezige mobiele technologie zorgt ervoor dat kinderen, collega’s, partners en vrienden thuis of in een publieke omgeving minder spontaan contact met elkaar maken. Ook diepgaande een-op-eengesprekken worden spaarzamer. Turkle noemt het ‘de nieuwe stilte’. Nu het openbare leven noodgedwongen stil is, wordt de stilte juist verbroken door elkaar online op te zoeken en samen te werken. Anderhalve meter is gevoelsmatig heel veel. Maar dankzij technologie in de huiskamer zijn mensen toch heel dicht bij elkaar en verdwijnen afstanden als sneeuw voor de zon.

De ernst van de pandemie verandert uiteraard niet met de massale toevlucht tot het internet. Iedereen mist de fysieke nabijheid van vrienden en familie enorm. Tegelijkertijd leert de crisis dat het intrinsieke verlangen naar contact, uitwisselen van belevenissen en het steunen van elkaar groter is dan ooit.

De uitdaging blijft de digitale kloof tussen jong en oud te dichten en manieren te bedenken om de ‘nieuwe stilte’ van Turkle om te buigen naar echte gesprekken op afstand. Iedereen is nu aan het ontdekken hoe dat werkt. Menselijk contact is onmisbaar. De straten zijn stil. Maar op internet is het drukker dan ooit. 

Sander Duivestein, Menno van Doorn en Thijs Pepping, van het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT) van Sogeti.

ICT Magazine – De groene businesscase voor IT (Maart 2020)

Gepubliceerd @ https://www.ictmagazine.nl/achter-het-nieuws/de-groene-businesscase-voor-it/

Toen onderzoekers van het wereldwijde OpenAI platform eind vorig jaar lieten zien hoe een algoritme via een robothand de bekende Rubiks kubus kan oplossen, werd tegelijkertijd uitgerekend hoeveel energie het kostte om dit algoritme te trainen. Daaruit bleek dat er meer dan duizend desktopcomputers voor nodig waren, plus tientallen machines die gespecialiseerde grafische chips draaien voor maandenlange intensieve berekeningen.

Naar schatting heeft dit project zo’n 2,8 gigawatt uur aan elektriciteit verbruikt. Dat staat gelijk aan de uitstoot van drie kerncentrales gedurende een uur. Dit voorbeeld illustreert dat de toename aan slimme applicaties flinke impact heeft op het milieu.

Daarmee komt direct de vraag aan de orde in hoeverre ‘Green IT’ ook een agendapunt voor de IT-manager moet zijn. Naast al die andere uitdagingen op het vlak van digitale transformatie, veiligheid, beheer van de snelgroeiende databerg, cloud-transitie en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Om maar meteen met de deur in huis te vallen; het antwoord is ja, we ontkomen er niet aan.

Dataschaamte

Klimaatverandering stond niet eerder zo hoog op de agenda van onze samenleving. Niet voor niets, want inmiddels weten we dat er echt iets moet gebeuren. Na de vele waarschuwingen van Rutger Bregman tot de indrukwekkende speeches van Greta Thurnberg op het World Economic Forum, krijgt ook de IT-manager te maken met de nadrukkelijke wens om technologie te vergroenen.

Na ‘vliegschaamte’ is inmiddels ook de term ‘dataschaamte’ geboren. Zo stelt internetpionier Marleen Stikker dat het onnodig is om onbeperkt gegevens op te slaan of overal en altijd te beschikken over razendsnel internet. Dat heeft allemaal negatieve invloed op het energieverbruik. Inmiddels heeft Microsoft al aangekondigd dat het bedrijf in 2030 CO2 negatief wil zijn. Twintig jaar later wil het softwarebedrijf hun hele CO2 voetafdruk die ze sinds het ontstaan van Microsoft in 1975 hebben achtergelaten, uitgeveegd hebben. Amazon-bestuurder Jeff Bezos doet er nog een schepje bovenop. Hij doneert 10 miljard dollar aan zijn Bezos Earth Fund waarmee activisten, wetenschappers en NGO’s aan de slag kunnen om klimaatveranderingen te helpen realiseren.

Green Computing wordt hoofdzaak

Nu bestaat Green Computing al decennia lang. Tot zover weinig nieuws onder de zon. Echter, tot nu toe bleef het allemaal meer bij- dan hoofdzaak. Nu feiten en cijfers concreter worden, zal ook de IT-manager eraan moeten geloven. Bij de jaarlijkse inventarisatie van de grootste risico’s voor bedrijven – het zogeheten Global Risks Report van het World Economic Forum – hebben ondernemers klimaatgerelateerde risico’s dit jaar in de top 5 gezet. De CO2 voetafdruk van de technologiesector wordt geschat op zo’n 1,4 procent van de wereldwijde uitstoot. En zonder ontwikkeling van efficiëntere technologie is tegen 2030 ongeveer 51% afkomstig van de wereldwijde elektriciteitsbehoefte van informatie- en communicatietechnologie, zo zeggen wetenschappers.

Maatregelen

Het is niet langer een vraag of er wat moet gebeuren maar wat er moet gebeuren. Voor velen is dat nog erg ongrijpbaar. De digitale transformatie kent immers geen weg terug voor IT-managers. Toch zijn er genoeg maatregelen te nemen die ook relevant zijn voor elke willekeurige IT-functionaris. Zo leveren energiezuinige datacenters veel op. Ook het uitzetten van energieverslindende screensavers helpt.

De slaapmodus van computers is uitgevonden met het oog op besparing. En wat te denken van het aanpassen van ons digitale gedrag. Hoe moeilijk dat ook zal zijn. Toch is het goed om erbij stil te staan dat 1,9 miljard keer een YouTube filmpje bekijken gelijk staat aan de CO2 uitstoot van 190.000 mensen die van Amsterdam naar Rio de Janeiro vliegen. Vijftig jaar smartphonegebruik is vergelijkbaar met een trans-Atlantisch retourtje vliegen. En een websitebezoek wordt geschat op gemiddeld 0,8 gram CO2 uitstoot.

Digitaal gedrag verduurzamen

De cijfers doen ons duizelen. Ze roepen op dat we ons ervan bewust moeten zijn dat digitaal gedrag bijdraagt aan meer energie-uitstoot. Een recent rapport van Ericsson wijst uit dat de CO2 voetafdruk van de ICT-sector met meer dan 80 procent verminderd kan worden als verbruikte elektriciteit uit duurzame energiebronnen komt.

Kortom, de IT-manager heeft ook op dit gebied veel uit te leggen. Dat moest hij al voor de inzet van kunstmatige intelligentie. Of dat wel ethisch verantwoord is. ‘Explainable KWH’ sluit daarmee gewoon aan in het rijtje bij ‘explainable AI’. Of beter gezegd, de IT-manager moet zich naar de samenleving nu eveneens kunnen verantwoorden op het vlak van Green Computing. De klant eist van iedere organisatie klimaatverantwoord gedrag. Zo ook van de IT-organisatie. De echt groene IT-manager zorgt voor een CO2 negatieve digitale werkomgeving. Dat betekent niet dat we minder IT gaan consumeren, maar slimmer. Alleen dan kan ook IT meevaren op weg naar de groene economie van de 21ste eeuw.

Over de auteur:
Thijs Pepping is trendanalist bij het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie van Sogeti

PZC – ‘Het draait om likes, shares en volgers’: Zeeuwse Zondag met Thijs Pepping (Februari 2020)

Gepubliceerd @ https://www.pzc.nl/zeeuws-nieuws/het-draait-om-likes-shares-en-volgers-zeeuwse-zondag-met-thijs-pepping~a538e7a3/

‘Het draait om likes, shares en volgers’: Zeeuwse Zondag met Thijs Pepping

In wat voor wereld leven we straks. Straks? Nu al! Trendanalist Thijs Pepping doet in zijn Zeeuwse Zondag-lezing een boekje open over de jongeren van nu en straks.

Kijk eens naar actrice Kim Kardashian. Het idee alleen al dat ze met enkele klikken haar ervaringen en gedachten met 159 miljoen volgers deelt. Donald Trump is er vast jaloers op. Nikkie de Jager, beter bekend als Nikkie Tutorials, is een ander voorbeeld. Het filmpje waarin ze onthulde dat ze transgender is, werd 33 miljoen keer bekeken. ,,Haar bereik is daarmee groter dan dat van alle Nederlandse talkshows bij elkaar”, zegt trendanalist Thijs Pepping.

Zondag 16 februari gaat het in de Kloveniersdoelen in Middelburg over jongere generaties. Thijs Pepping staat op als spreker van de komende Zeeuwse Zondag-lezing.  Pepping (32) studeerde aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Nu werkt hij als trendanalist bij het onderzoeksbureau SogetiLabs. Hij kijkt vooral naar de invloed van technologie op individuen, organisaties en samenleving. In dat kader doet hij veel onderzoek naar de digitale leefwereld van jonge generaties.

Zijn jongeren nu minder sociaal?

Neemt het empathisch vermogen van jongeren af als ze hele dagen op hun mobiel en achter hun beeldscherm zitten? Onderzoekers zijn het er niet over eens. Thijs Pepping: ,,Jongeren leggen makkelijker contacten wereldwijd dan met leeftijdgenoten in hun directe omgeving. Geen like op hun verjaardagsfoto op Instagram is een reden om ernstig in mineur te raken. Maar zijn ze daarmee anders, minder sociaal dan de na-oorlogse boomers?”

Wie tussen 1995 en 2015 is geboren,  wordt aangeduid als de Generatie Z of de Synthetische Generatie. De millennials werden tussen 1980 en 1995 geboren. Analist Pepping heeft drie ‘post’-begrippen voor die generaties  paraat: ,,Ze zijn post-materialistisch. Klimaatverandering, genderneutraliteit, zelfontplooiing vinden ze belangrijker dan geld en goederen. Hun stem is zwaarwegend, Generatie Z en millennials zijn samen goed voor 65 procent van de wereldbevolking. Ze zijn post-hiërarchisch, de relatie baas-manager-werknemer is veel platter geworden. In hun wereld heb je de hiërarchie van de sociale media: het draait om de aantallen likesshares en volgers. En ze zijn post-realistisch, omdat ze ‘onlife’ zijn, online en het echte leven zijn voor hen hetzelfde. Het mooier maken van de werkelijkheid hoort daarbij. Op mijn Huawei-camera zit standaard een beautyfilter dat alle rimpels en pukkels verdonkeremaant.”

Zeeuwse Zondag met Thijs Pepping: zondag 16 februari om 14.00 uur in de Kloveniersdoelen Middelburg. Kaarten à 14 euro in boekhandel de Drvkkery in Middelburg of via de online ticketverkoop van de boekhandel.

Trouw – Traditionele media zijn niet langer nieuwsmakers maar volgers (Januari 2020)

Gepubliceerd @ https://www.trouw.nl/opinie/traditionele-media-kom-in-actie-om-de-democratie-te-beschermen~b05ba75d/

Donald Trump, Elon Musk, beautyvlogster Nikkie: beroemdheden gebruiken hun eigen kanalen om nieuws wereldkundig te maken. De krant en het journaal dreigen nu nieuwsvolgers te worden, in plaats van nieuwsmakers. De journalistiek moet zich zorgen maken, stellen trendanalisten Sander Duivestein en Thijs Pepping.

In een zeventien minuten durende video maakte beautyvlogster Nikkie bekend dat ze transgender is. Ze liep al langer rond met het plan uit de kast te komen. Nadat mensen om haar heen dreigden haar verhaal naar de pers te lekken, nam ze het heft in eigen handen. Ze vertelde dat het beangstigend is dat er mensen zijn die de identiteit van anderen niet respecteren. Met de bekendmaking in haar eigen vlog had ze de volledige controle over haar verhaal, waarbij ze zelfs een dikke middelvinger opstak naar haar chanteurs.

 

Opvallend was dat Nikkie in geen enkel journaal of praatprogramma te bekennen was. Hoewel alle traditionele media aandacht besteedden aan het nieuws, lijkt het erop dat de inmiddels wereldberoemde vlogster meent dat ze deze media niet nodig heeft. Daar kan ze gelijk in hebben. Via haar eigen kanaal bereikt Nikkie veel meer mensen dan alle talkshows bij elkaar.

Twitter

Nikkie is niet de eerste die zo de regie neemt. De machtsverschuiving is het afgelopen decennium ingezet. Beroemdheden zijn hun eigen medium geworden. President Trump twittert de hele dag door. Aan persvoorlichting doet hij niet meer. Traditionele media kunnen niet veel meer doen dan zijn zoveelste citaat op sociale media volgen. Tesla-topman Elon Musk trakteert zijn publiek regelmatig op bedrijfs­gevoelige onthullingen via Twitter. En eerder deze maand maakten prins Harry en zijn vrouw Meghan via een Instagrambericht hun vertrek uit het Britse koningshuis bekend. Daar moesten de traditionele media het mee doen. En via YouTube kon het publiek de gelive­streamde persconferentie van de ­van corruptie verdachte oud-Nissan-­bestuurder Ghosn eerder zien dan op het journaal.

Zo bepaalt niet langer de journalist de toon, maar de beroemdheid zelf. Iedereen wordt zo zijn eigen spindoctor met volledige controle over zijn eigen boodschap, die de burger al bereikt voordat onafhankelijke media daar überhaupt één woord over kunnen zeggen. Daarmee heeft de individu meer media-impact dan ooit, zo zonder ­tussenkomst en toetsing van de journalistiek. Voor de zogenoemde pulp­media, die leven van roddel en achterklap, is dat misschien niet heel erg. Wie weet is dat zelfs een verbetering. Zij ­nemen het al jarenlang niet zo nauw met de journalistieke ethiek. Echter, voor politiek, economie en eigenlijk de hele samenleving is de ontwikkeling zorgelijk.

Gerenommeerde media turven nu netjes hoe vaak politici liegen of onjuiste feiten verspreiden. De teller staat in de min. Tegelijkertijd zit het verhaal van diezelfde liegende politicus dan al lang en breed tussen de oren van vele burgers. Daarbij ontstaat het risico dat traditionele media de spreekbuis worden van nieuwe media en niet veel meer zijn dan de verzamelplaats van ­uitingen op sociale media.

Bellingcat

De objectieve journalistiek moet flink gaan investeren in waarheidsvinding. Onderzoeksjournalistiek is uiteraard niet nieuw. Maar wellicht moet die aanpak leidend worden, in plaats van wat nu ondersteunend lijkt. Zo heeft The New York Times al stappen gezet. De krant heeft de Nederlandse onderzoeksjournalist Christiaan Triebert van het burgerjournalistieknetwerk Bellingcat in de redactie opgenomen. Hij was een van degenen die de waarheid boven tafel brachten over het neerhalen van de Oekraïense Boeing door Iran.

Linksom of rechtsom is het zaak dat traditionele media niet langer moeten accepteren dat ze nu nieuwsvolgers zijn, in plaats van nieuwsmakers. Ze moeten in actie komen om onze gezonde democratie te blijven waarborgen.