Gepubliceerd @ ICT Magazine

Sinds mensenheugenis is het samenspel tussen business en IT een uitdaging. Dat komt omdat de traditionele IT-professional nu eenmaal een andere taal spreekt dan de marketeer die een nieuw verdienmodel wil lanceren.

De één weet niet wat de ander bedoelt bij de ontwikkeling van nieuwe applicaties bijvoorbeeld. De softwareontwikkelaar heeft weinig tot geen oog voor gebruikersvriendelijkheid. Diens focus tijdens het bouwen is de technische functionaliteit en niet het gedrag van de consument. Nu technologie steeds toegankelijker wordt gaat dat beter. Maar het wordt pas echt anders met de komst van de tekst-naar-alles ontwikkeling. Hierbij wordt op basis van tekst een directe vertaling gemaakt naar een plaatje, code, video of zelfs een complete 3D-omgeving.

Bepaalde woorden

Dit najaar was de kunstwereld in rep en roer toen ene Jason Allen een kunstwedstrijd won met een door AI gemaakt kunstwerk. Dat kunstmatige intelligentie kan winnen van kunst afkomstig van mensen van vlees en bloed, was al langer bekend.

Het zat in dit geval vooral in de uitleg van deze synthetische kunstenaar over het maakproces. Allen legde uit dat hij het werk had geproduceerd met de AI kunsttool ‘Midjourney’. Deze kunstmatige intelligentie maakt hyperrealistische afbeeldingen op basis van ingevoerde tekst. Allen voerde alleen bepaalde woorden in waarna de kunstmatige intelligentie de rest deed. De jury was geraakt door de specifieke bewoording die Allen had gevonden. Daarmee kon de slimme technologie haar werk doen. Of anders gezegd, de kunstenaar had een taal ontdekt die hem de eerste prijs opleverde.

 

Tekst-naar-alles

Midjourney is niet de enige tool die taal omzet naar hyperrealistische beelden. In rap tempo volgen lanceringen van de meest geavanceerde synthetische media tools elkaar op. Dankzij de opkomst van No-Code en creatieve AI, waarin zogeheten ‘tekst-naar-alles’-mogelijkheden oneindig lijken, wordt de kracht van taal enorm belangrijk.

Ook met ‘Dall-E2’ en ‘Stable diffusion’ tooling is het relatief eenvoudig een gedachte te omschrijven waarna de kunstmatige intelligentie dat visualiseert. ‘Meta’s Builderbot’ belooft zelfs dat droomwerelden worden nagebouwd in een volledige 3D-omgeving. Ontwikkelaars die toch met code willen werken, kunnen ook een beroep doen op tekst-to-code oplossingen. Denk daarbij aan het GPT-3-gebruik door Microsoft.

Van prompts naar beeld

Deze ontwikkeling waarin we ogenschijnlijk eenvoudig tekst naar (3D)-beeld kunnen laten transformeren, zorgt voor een flinke verschuiving naar rijkere, complexe ofwel ‘dikkere’ data. Nog niet zo lang geleden publiceerde Google Imagine Video, vergelijkbaar met Make-a-video van Meta. Beide zijn tooling waarmee opgegeven tekst omgezet wordt naar video.

Met ‘runwayml’ worden video’s vervolgens weer bewerkt. In een kersverse demo is te zien hoe het commando ‘import city street’ een video creëert van een straat met verkeer in een grote stad. De zogeheten prompt ‘make it more cinematic’ zorgt vervolgens voor een blauw, filmachtig filter. Ook het verwijderen van een lantaarnpaal is een koud kunstje. Een kwestie van intikken dat het object weggehaald mag worden.

De kracht van taal

Door deze trend van tekst-naar-alles wordt taal belangrijker dan ooit. Hoe bizar kan het zijn dat IT-professionals – van origine veelal beta-types– nu het verschil gaan maken met wat tot voor kort tot het domein van alpha-types behoorde: de kracht van taal. Taalgevoeligheid wordt meer dan ooit een onderscheidende vaardigheid. Nu al ontstaat een hele bedrijfstak rondom deze nieuwe vaardigheden.

 

Zo noemt startup Promptbase.com zichzelf ‘een marktplaats voor het kopen en verkopen van kwaliteitsprompts die de beste resultaten opleveren’. Gebruikers kunnen een beroep doen op tekstprompts gerelateerd aan avatars, logo’s en foto’s. Dit platform verkoopt afbeeldingsprompts voor eerder genoemde AI-modellen. Daarmee wordt geld bespaard op API-kosten, is de belofte.

Geen jargon meer

Een ander gevolg van deze tekst-naar-alles noviteit is dat de kloof tussen idee en uitvoering een stuk kleiner wordt. De kwaliteit van het idee wordt des te belangrijker. Hoe iemand komt tot een creatief product of hoe goed de oplossing is voor het probleem; het wordt allemaal nog uitdagender.

En nog een bijzondere bijvangst van dit alles is dat het de tweespalt of taalbarrière tussen business en IT definitief beslecht. Jargon zit niet langer in de weg, want ingewikkelde terminologie voor ingewijden doet het immers niet zo goed in al die opkomende kunstmatige intelligentie. Wat wel duidelijk wordt, is dat de woordkunstenaars onder IT-professionals het komende decennium flink zullen floreren.

Thijs Pepping is trendanalist van Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT) van Sogeti.

Een mooi opiniestuk van Abigail Moss in VICE. Hieronder enkele vertaalde citaten uit haar stuk, lees het volledige stuk @ VICE.

Thijs Pepping, co-auteur van Echt Nep (Spelen met de Realiteit in tijden van AI, deepfakes en de metaverse), legt uit dat NFT’s een goed voorbeeld zijn van een minder mooie kant van de menselijke natuur; de wens om schaarste te creëren waar het niet hoeft te bestaan. “We hebben met gemak overvloed in virtuele werelden, doordat we van alles kopieën kunnen maken”, zegt hij. “NFT’s brengen exclusiviteit en schaarste in deze werelden. Waarom zouden we dat willen? Omdat we mensen zijn: we willen ons speciaal voelen, pronken, onszelf verrijken, de dingen beschermen waar we van houden.”

Voor Thijs is een virtuele wereld volledig gescheiden van de echte wereld, en waar we ‘privilege’ als iets uit het verleden kunnen gaan zien, praktisch onmogelijk. “Het is net de meme met het huis in brand en de hond die koffie drinkt”, zegt hij. “Andreessen biedt de hond een VR-headset aan zodat de hond kan zeggen ‘Dit is prima’. Maar het is niet goed. Het is niet goed dat we hitte records meemaken en mensen hun land ontvluchten als klimaatmigranten […] Het is niet goed dat we rapporteren over tekorten aan lithium, kobalt en nikkel voor batterijen, en tegelijkertijd Congolese kinderen sterven tijdens de kobaltwinning.” En het zijn dezelfde bronnen, benadrukt hij, die worden gebruikt om onze VR-headsets en gameconsoles te maken.

Een gebrek aan realiteitsprivilege (of om het duidelijker te zeggen, wereldwijde ongelijkheid) ondersteunt de metaverse op veel manieren, en zal dat blijven doen tenzij er enorme sociale verschuivingen plaatsvinden in de echte wereld. “Deze real life problemen tonen het punt dat Andreesen mist”, zegt Thijs. “De Metaverse en het echte leven zijn sterk met elkaar verweven. Begrijp me niet verkeerd: voor mij is het een no-brainer dat virtuele ervaringen zinvol kunnen zijn, transcendentaal zelfs, en dat ze hoogwaardige alternatieven en toevoegingen kunnen zijn voor aspecten van ons echte leven. Maar het is gewoon een verbreding van de werkelijkheid.”

Het gevaar van praten over ‘realiteitsprivilege’ is dat het de metaverse positioneert als een levensvatbaar alternatief voor IRL-ervaring, en iedereen afsluit die dit in twijfel trekt. De echte wereld en de gecreëerde wereld van de metaverse zullen onvermijdelijk verder vervagen, maar het is onwaarschijnlijk dat de ene de andere Matrix-stijl volledig zal vervangen. “We moeten meer mindful worden, meer reflecteren, volwassener worden in het navigeren tussen deze realiteiten”, zegt Thijs. In plaats van de metaverse te zien als een ontsnapping uit de realiteit, zouden we de dingen die online werelden ons kunnen leren – overvloed, flexibiliteit, vrijgevigheid – kunnen gebruiken om ons te helpen leren hoe we de fysieke wereld waarin we nu leven kunnen verbeteren.

Gepubliceerd @ ICT Magazine

 

Een vertelling uit 2042

Joris zit op zijn stoel. Hij maakt drukke handbewegingen in het luchtledige. Af en toe maakt hij een klikgeluid met zijn tong. Zijn ogen bewegen in het ritme van zijn handen, terwijl zijn linker mondhoek lichtjes omhoog krult. Voor een Realist oogt zijn kamer vrij leeg. Naast zijn stoel staan er alleen nog een paar grote en kleine planten. Prachtig groen en goed verzorgd. Zo goed, dat je bijna zou denken dat ze nep zijn.

Joris is erg tevreden over zijn kamer. Al jaren geleden heeft hij zijn bureau, kasten, laptop en smartphone de deur uit gedaan. Als hij bepaalde spullen toch nog nodig heeft, knipt hij in zijn vingers en heeft hij weer zijn bureau of de laptop, virtueel natuurlijk. Via een virtueel toetsenbord kan hij in theorie ook weer typen, al heeft hij al heel lang geen toetsenbord meer aangeraakt. ‘Builden’ is namelijk al geruime tijd het nieuwe tikken. Zeker voor de realiteitsbouwers, kortweg ‘builders’. Vroeger heetten die mensen IT-professionals.

Joris gaat zo op in bouw van zijn nieuwe dataverhaal dat hij opschrikt als Julia binnenloopt. Een kort moment legt ze haar hand op zijn schouder.

“Heb je even?”
Joris voelt zijn headset even gloeien, ten teken dat er spanning is gemeten in de stem van zijn empowerment coach. Terwijl hij gebaart om de ‘build’ te renderen en naar de fysieke realiteitsmodus te switchen, mompelt hij: “Tuurlijk, wat is er aan de hand?”
“Ik hoor dat jij tijdens dat verkoopgesprek BestYou weer hebt gebruikt,” zegt Julia.

Shit, hoe weet zij dat nou weer?
Tijdens zijn virtuele ontmoetingen zien de mensen Joris’ gelaatsuitdrukkingen via een realistische gezichtssimulatie. Natuurlijk heeft hij, zoals iedereen, zijn digitale gezicht een beetje gepimpt: een volle haardos en een strakke kaaklijn, een nieuwe modetrend die hem wel bevalt.

Minder geaccepteerd is BestYou, de personality optimizer die mensen hun beste zelf laat zijn. Zowel virtueel fysiek als virtueel psychisch. Soms gebruikt Joris de nieuwe functie, die korte, lachende micro-expressies aan zijn gezichtssimulatie toevoegt. Niemand die ziet dat dit bij BestYou vandaan komt, terwijl het wel zijn gunfactor vergroot met gemiddeld 8,5 procent, zo leert het algoritme. Hij doet het alleen als het echt nodig is. Bijvoorbeeld in een onbekende zakelijke omgeving. Niet bij zijn eigen vrienden of familie.

“Weet je, Julia,” begint hij, “ik móést gewoon scoren. Als ik dat verhaal niet voor die klant mag bouwen, dan loop ik mijn bonus mis.” Joris kijkt naar de grond. Dat zou een neerwaartse spiraal kunnen betekenen. Hij verzwijgt dat hij zich zonder die bonus geen credits meer kan veroorloven voor BestYou, waardoor hij ongetwijfeld nog meer gigs gaat mislopen.

Er loopt een koude rilling over zijn rug. Shit! BestYou staat nog aan en probeert hem te vertellen dat hij het helemaal verpest voor Julia. Maar als hij nu gebaart om de beste interventie te simuleren, ziet Julia ongetwijfeld de reflectie in zijn ogen.

“Dit gaat echt niet goed, Joris.” Haar stem klinkt geïrriteerd. “Volgens jouw collega’s gebruikte je BestYou zelfs tijdens jullie teamuitje in Upside-Down.”

“Natuurlijk. Het was gewoon een belachelijke storyworld. Jean ook altijd, met z’n achterlijke ideeën. Waarom gaan we niet gewoon naar #Amirite. Het zijn dan wel Pre-Fab experiences, maar alle memes die iets voorstellen lopen daar gewoon rond. En trouwens, Kermit had hem ook aan staan.”

“Dat lijkt mij onwaarschijnlijk. Als er iemand is die dat niet nodig heeft, is het Kermit wel. Hij is altijd één-op-één met zijn Echte Zelf.”

Really?! Voor een realiteitspsycholoog is Julia wel erg naïef. Maar kudo’s voor Kermit dat hij ermee wegkomt. Of zou ze toch gelijk hebben?

“Denk je dat ze het doorhadden tijdens mijn pitch?” vraagt Joris zich hardop af.
Julia draait haar hoofd weg en zucht. “Dat is niet eens het punt, Joris…”

Joris wacht, maar ze zegt verder niets. Hij voelt weer twee lichte trillingen van BestYou, nu op zijn schouders. Hij weet dat hij een stap moet maken. Juist daarom is Julia zijn Katalysator. Niet alleen om te ondersteunen, te structureren en te inspireren – dat wat vroeger de managers deden. Maar ook omdat ze durft te confronteren. Joris heeft tenslotte zelf aangegeven dat hij congruenter met alle realiteiten wil omgaan.

“Ik weet het,” zegt Joris, verslagen. “Bedankt. Zullen we naar beneden gaan? De rest is er al.”

In de ruime benedenkamer schijnt de zon. Ook hier staat een aantal bijna perfecte planten, een hoekbank, en hier en daar een stoel. Joris glimlacht als hij zijn vader ziet zitten. Eens per maand komen collega’s, familie en vrienden bij hem langs. Elk van hen heeft een aandeel in drie tot vijf bedrijven en projecten. Het was even wennen om zijn vader, dochter, middelbare-school vriend en collega naast elkaar te zien werken. Vandaag zijn er acht mensen.

Deze koffiemomenten en lunches waren nog nooit zo gezellig. Meestal maken ze een kleine wandeltocht, voetballen wat of gaan hardlopen. Zijn voetbalvrienden verklaren Joris voor gek dat hij regelmatig klanten thuis uitnodigt. Toch doen steeds meer mensen dat. En niemand schrikt er nog van op dat hij in het echt wat minder haar heeft en een andere gezichtslijn.

Enfin, vandaag maar eens zonder BestYou iets moois bouwen. Zowel met zijn werkclubje hier in de ruimte, als met zijn uitdagende dataverhaal. Hij klikt met zijn tong, maakt een paar handbeweging en direct vult de ruimte zich met zijn dataverhaal. Van iedereen hoort hij instemmende en zelfs bewonderende geluiden. Hij begint te bouwen.

Thijs Pepping is trendwatcher van het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT) van IT-dienstverlener Sogeti

Bijzonder; net EditieNL op bezoek gehad over de BeReal app.

✨ BeReal stuurt gebruikers eenmaal per dag een notificatie en het idee is dat je binnen twee minuten een ‘spontane’ foto maakt. Met je voor- en achter camera tegelijk. –> De app wordt gezien als beweging tegen de Instagram-, Snapchat- en TikTok filters en manipulaties.

📱 In tegenstelling tot andere social media pleinen kun je bij BeReal de foto niet bewerken. Anderen kunnen zien hoeveel keer je opnieuw de foto hebt genomen en hoelang je gewacht hebt nadat de notificatie kwam. –> een poging om ‘echtheid’ en authenticiteit te kwantificeren.

Verslaggever Lonneke Haveman duikt in de app om te kijken wat de gebruiker nu ervaart. We concludeerden in ieder geval dat de app je minder uitdaagt om te spelen met de realiteit doordat er geen filters zijn. Maar ook bij BeReal sta je voor de keuze: hoe poseer ik? Wil ik de foto opnieuw nemen? Wat wil ik delen? Wil ik wachten met een foto nemen?

Ook in deze app gaat de Echt-Nep discussie dus gewoon verder. En die discussie gaat komende jaren alleen maar heftiger, interessanter, en betekenisvoller worden.

🖥️  Je kunt het item hier terugkijken: https://www.rtlnieuws.nl/video/uitzendingen/video/5305031/afl-118

 

Gepubliceerd @ https://www.ictmagazine.nl/achter-het-nieuws/de-lange-neus-van-de-metaverse/

Walmart heeft plannen om eigen crypto-geld en digitale eigendomsbewijzen (NFT’s) te gaan maken. Ook Nike komt met hippe digitale plannen zoals virtuele merksneakers en kleding. Microsoft telt maar liefst €65 miljard neer voor de overname van spelletjesbedrijf Blizzard. Kortom, er wordt flink geïnvesteerd in de nieuwe digitale markt die metaverse heet. De vraag is of en wanneer de metaverse op de agenda van de IT-manager komt.

Bij het patentenbureau diende Walmart eind vorig jaar handelsmerken in om virtuele goederen te fabriceren en verkopen. Samen met het spel Roblox heeft Nike zelfs hun fysieke hoofdkantoor verhuisd naar de metaverse. Nikeland moet de digitale ‘place-to-be’ worden.

Iedereen wil een stuk van de metaverse taart. Startups die voorheen nog geld binnenhaalden met ‘AI-driven’ projecten, noemen zichzelf opeens ‘metaverse-ready’. Soms met goede redenen. Maar vaak zijn het uitspraken waar Pinokkio’s neus enkele decimeters van zou groeien. In deze jungle van weer een nieuwe hype, buzzwords en veranderende technologie ontkomt de IT-manager ook niet aan de vraag welke koers de organisatie moet gaan varen in de wereld van de metaverse. Echter, de vraag of het bedrijf metaverse-ready is, begint met een hele andere vraag. Waarom nu?

Bill Buxton, pionier in mens-computerinteractie, biedt houvast met zijn theorie omtrent de lange neus van innovatie: elke technologie die komende vijf jaar significante impact heeft, is al minstens vijftien jaar oud. Iedereen die zegt dat een compleet nieuw idee de wereld morgen doet veranderen, maakt zich schuldig aan een Pinokkiootje. Dat roept de vraag op hoe lang die neus van de metaverse nou eigenlijk is en waarom?

Dertig jaar voor een muis
Buxton illustreert zijn lange-neuzen-theorie aan de hand van de computermuis. William English en Doug Engelbart van het Stanford Research Institute bouwden dit handzame apparaatje rond 1965. Na de eerste publiekelijke demo in 1968 waren alle aanschouwers het erover eens: geniaal!

Des te verrassender dat het vervolgens dertig jaar heeft geduurd voordat de computermuis echt onlosmakelijk verbonden raakte met onze pc’s. Deze lange draagtijd blijkt eerder typisch dan verrassend. Uit verder onderzoek met collega’s bij Microsoft research concludeerde Buxton dat het gemiddeld twintig jaar duurt voordat nieuwe technologie echt volwassen wordt. In zijn bekende artikel uit 2008 (The Long Nose of Innovation) gaf hij al een waarschuwing: “Pas op voor iemand die pleit voor een ‘nieuw’ idee dat de komende vijf jaar van de grond ‘gaat’ komen, tenzij ze de geschiedenis ervan kunnen herleiden tot vijftien jaar terug.”

Metaverse na drie decennia
In het boek Snow Crash uit 1992 beschrijft Neal Stephenson voor het eerst de metaverse. Hier gaat het om een gedeelde virtuele wereld met hyperrealistische ervaringen in een synchroon lopende tijd. Dertig jaar later is het moeilijk om slechts één alles overheersende 3D-wereld voor te stellen waar alle mensen, bedrijven, producten, ecosystemen en protocollen in verblijven. Meta, Microsoft en vele anderen dromen daarover. Op één voorwaarde: het moet natuurlijk wel hún metaverse zijn. Inmiddels krijgt alles dat ook maar iets met 3D of gemixte realiteit te maken heeft, het label ‘metaverse’ opgeplakt, zoals een NFT dat vastlegt wie de eigenaar van de digitale sneaker of een prachtig digitaal kunstwerk is.

Bestuurder Tim Sweeney van Epic Games waar Fortnite en Unreal Engine deel van uitmaken, definieert de metaverse als een uitgestrekte, gedigitaliseerde ruimte waarin gebruikers zich vrijelijk kunnen mengen met merken en elkaar kunnen ontmoeten op manieren die zelfexpressie mogelijk maken en vreugde opwekken. Hij wordt beschouwd als een van de kritieke bouwers aan de metaverse. Deze definitie is zo breed dat zelfs bestaande social mediaplatformen daaronder kunnen vallen. Zoals vaker gebeurt, wordt een hype ook hier zo ver opgeblazen dat het bijna alle betekenis verliest.

Geen revolutie
Wat overblijft voor de IT-manager is teruggaan naar een analyse per bouwblok. Wat kan de toegevoegde waarde zijn van NFT’s? Is een digitale tweeling van het kantoor, fabriekshal of product een zinvolle toevoeging? Kunnen spelletjeswerelden een manier zijn om dichterbij klanten of medewerkers te komen? Wat zou een fabrieksmedewerker kunnen doen met een augmented reality bril voor de onderhoud van machines?

De metaverse is geen revolutie of eindpunt. Het is een evolutie met waardevolle kansen voor een graduele transformatie naar een veel rijker internet van boeiende ervaringen. De game-industrie profiteert al decennia lang van een toenemend aantal gebruikers en navenante omzetgroei. Inmiddels is hangen en socializen als avatar in games de normaalste zaak van de wereld voor jonge medewerkers.

In de jaren zeventig maakte medische en defensiespecialisten al gebruik van Virtual Reality. Pas in 2010 kwam ontwerper Paler Luckey met het eerste prototype virtuel reality bril. De populaire Meta Quest brillen zijn voortgekomen uit dat ontwerp. Accenture heeft afgelopen najaar 60.000 brillen besteld om nieuwe medewerkers te trainen. De NFT’s stammen af van de blockchaintechnologie die in 2009 ter wereld kwam. Ondanks dat de NFT de benjamin in het gezelschap is, laten ze nu al zien hoeveel financiële waarde mensen toekennen aan kunst, status en elite-communities in de virtuele realiteit.

De imposante toename van video-calls in de afgelopen twee jaar is misschien wel de grootste doorbraak naar algehele acceptatie van een virtuele werkelijkheid. In die zin hoeft de IT-manager geen lang gezicht te trekken bij de vraag wat te doen met de metaverse. Als we de ruime definitie van Sweeney hanteren, is de kans groot dat menig IT-manager op één of andere manier al jaren bezig is met deze nieuwe virtuele wereld.

Auteur: Thijs Pepping, trendanalist van het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT) van ICT-dienstverlener Sogeti.

 

Erdinç Saçan, docent en onderzoeker bij Fontys Hogeschool ICT en Practor bij ROC Tilburg, schreef een boek, getiteld ‘Inclusieve Artificial Intelligence’. In het boek komen 40 experts aan het woord, die in duidelijke taal uitleggen wat AI is, en welke vragen, uitdagingen en kansen de technologie met zich meebrengt.

Ik vertelde over de zegeningen van biased AI: deze ingebouwde vooroordelen houden ons een spiegel voor. En als we slim zijn, gebruiken we deze schadelijke, natuurlijke en soms handige inzichten om onze menselijkheid te verbeteren. Lees mijn volledige bijdrage @ https://www.fontys.nl/actueel/erdinc-sacan-schrijft-boek-inclusieve-artificial-intelligence/

 

 
 

Ivo Pertijs schreef dit artikel voor M&P. Het interview had een interessante invalshoek: wat is de relevantie van Real Fake voor docenten? We hebben het gehad over het belang van het serieus nemen van TikTok en vele andere dingen. Ik leerde van Ivo over op Minecraft gebaseerde geschiedenislessen en kreeg inzicht in het leven van leraren en het schoolsysteem. Altijd fijn om na een gesprek wijzer naar huis te keren :D.

 

Het Nederlands instituut voor marketing (NIMA) houdt het hele jaar de vakliteratuur in de gaten:

“Soms zitten daar echte pareltjes tussen, dat zijn de marketingboeken die je als professional in dit vak niet mag missen. Iedere drie maanden roepen we zo’n must-read uit tot het marketingboek van het kwartaal. Voor het eerste kwartaal van dit jaar is de keuze gevallen op ‘Echt Nep’ van Menno van Doorn, Sander Duivestein en Thijs Pepping.”

Blij en trots 😄. Lees de volledige review @ https://www.nima.nl/nieuws/is-fake-straks-nog-fake/

 

Twee prestigieuze clubs hebben ons boek genomineerd in hun top 10 boek van het jaar. Zeer vereerd en trots :D. Op 20 april zijn we te gast op hun boekenfestival en maken ze bekend wie de #1 plek wint.

Wat informatie over deze twee clubs:

Sioo is in 1958 opgericht door 7 technische en economische universiteiten, mede op initiatief van de adviesbranche. Nederland werd na de Tweede Wereldoorlog heropgebouwd door ingenieurs die destijds wel over technische maar minder over organisatie- en veranderkundig inzicht en leiderschap beschikten. Er moest een extern opleidingsinstituut komen dat de ingenieurs in de praktijk hierop coachte: de Sioo zag het licht. 

De Orde van Organisatieadviseurs en -kundigen (OOA) werd in 1940 in Amsterdam opgericht als Centraal Bureau voor Organisatie en Efficiency. De laatste jaren heeft de Orde de stap naar de toekomst gemaakt en de focus verlegd naar het binden van de nieuwe generatie organisatieadviseurs. De Orde wil minder normstellend zijn, en meer een ‘platform’ voor professionele uitwisseling. Persona’s waar de Orde zich op wil richten zijn de ‘proactieve startende ondernemer’ en de ‘gerichte professionele netwerker’, met een coachende rol voor de meer ervaren adviseurs als ambassadeurs van professionele kwaliteit.

Dat is even raar; door een van mijn favoriete tijdschriften geinterviewd worden… KIJK magazine is altijd zo heerlijk nieuwsgierig, onderzoekend, en bevragend. Nog een professionele fotosessie met Allard Faas erbij… Heftig serieus en leuk om dit mee te maken

“In een wereld van deepfakes en nepnieuws is het steeds moeilijker om te bepalen wat echt is en wat niet. Een nieuw boek probeert de vervagende grenzen tussen echt en imitatie in kaart te brengen. KIJK sprak met co-auteur Thijs Pepping.”

Luis Irizarry is de persoon achter tech blog Facades.ai. Hij is volledig toegewijd aan synthetische media en deepfakes en kent alle ins en outs van het vak… Dus ik ben dankbaar (en opgelucht ;p) dat hij ons boek een 5/5 geeft.

“Het boek is diep filosofisch en boeiend en gaat in op wat de realiteit ‘is’ en hoe we alle verschillende smaken ervan moeten beschouwen: objectieve realiteit, subjectieve realiteit en synthetische realiteit (dat zijn pixels op een scherm). Als je op zoek bent naar een beter begrip van deze nieuwe synthetische wereld waarin we leven, zoek dan niet verder dan Echt Nep.”

Lees de volledige recensie op https://www.facades.ai/blog/real-fake-book-review-ai-deepfakes-metaverse/